Algemeen
Een volwassen huismuis heeft een kop-romplengte van 72 tot 103 millimeter, een staart van 70 tot 95 millimeter en een lichaamsgewicht van 12 tot 22 gram. Mannetjes wegen over het algemeen minder dan vrouwtjes. Ze hebben een spitse neus, ronde oren en een kale staart. De meeste muizen worden vernoemd naar hun leefomgeving, leeft de muis in het bos, dan is het dus een bosmuis. Een muis word ongeveer één tot twee jaar oud. Muizen kunnen in alle kleuren gefokt worden. Ze communiceren door middel van geur en geluid. Muizen zijn alleseters, maar ze eten voornamelijk granen, zaden en dierlijk voedsel, zoals insecten. Ze leven in groepen, in deze groepen is een duidelijke rangvolgorde.
De muis is een klein zoogdier, ook behoort de muis tot de knaagdieren. Ze hebben veel gemeen van binnen met de mens zo als het hart, longen, darmen, lever en urine. Een muis heeft grote hersenen vergeleken met zijn lichaam, 3,2% van zijn lichaamsgewicht. Het hart van de muis klopt heel erg snel, wel 450 hartslagen per minuut. Hij ademt wel 160 keer per minuut.
De muis is een klein zoogdier, ook behoort de muis tot de knaagdieren. Ze hebben veel gemeen van binnen met de mens zo als het hart, longen, darmen, lever en urine. Een muis heeft grote hersenen vergeleken met zijn lichaam, 3,2% van zijn lichaamsgewicht. Het hart van de muis klopt heel erg snel, wel 450 hartslagen per minuut. Hij ademt wel 160 keer per minuut.
Skelet en spieren
De muis heeft dunne botten die wel verrassend sterk zijn. Vooral de staart is heel sterk, zo kun je een muis ook
oppakken aan zijn staart. De muis heeft, net als de mens, zeven nekwervels. De spieren van de muis zijn vrij sterk en soepel, dat maakt de acrobatische bewegingen van de muis mogelijk. Hij kan met zijn beenspieren hoog springen en met zijn voorpoten kan hij lang aan dingen hangen. De muis behoort tot de gewervelden, de muis heeft dus hetzelfde
skelet als de mens. Alleen hebben wij geen staart-been meer.
Organen
De organen van de muis zijn hetzelfde als de mens, alleen hebben de muizen een beter ontwikkelde blinde darm, omdat ze van nature plantaardig voedsel eten. Hoewel ze tegenwoordig eigenlijk alles eten, eten ze nog steeds vooral plantaardig voedsel.
De muis heeft dunne botten die wel verrassend sterk zijn. Vooral de staart is heel sterk, zo kun je een muis ook
oppakken aan zijn staart. De muis heeft, net als de mens, zeven nekwervels. De spieren van de muis zijn vrij sterk en soepel, dat maakt de acrobatische bewegingen van de muis mogelijk. Hij kan met zijn beenspieren hoog springen en met zijn voorpoten kan hij lang aan dingen hangen. De muis behoort tot de gewervelden, de muis heeft dus hetzelfde
skelet als de mens. Alleen hebben wij geen staart-been meer.
Organen
De organen van de muis zijn hetzelfde als de mens, alleen hebben de muizen een beter ontwikkelde blinde darm, omdat ze van nature plantaardig voedsel eten. Hoewel ze tegenwoordig eigenlijk alles eten, eten ze nog steeds vooral plantaardig voedsel.
Zintuigen
De muis heeft net als de mens 5 zintuigen: de ogen, de oren, de huid, de tong en de neus. Muizen kunnen alleen van dichtbij tamelijk goed zien. Ze kunnen in ieder geval geel en groen onderscheiden, maar over andere kleuren is nog weinig bekend. Omdat de oogjes van muizen aan de zijkant
van hun kop staan, kunnen ze wel heel ver om zich heen zien. Ze nemen details slecht waar. Ze kunnen bewegingen die op hun afkomen beter waarnemen dan stilstaande voorwerpen. De muis beschikt over een zeer goed ontwikkeld gehoor. Vooral geluiden met een zeer hoge frequentie,
tot ongeveer 1000.000 Hz , kan hij goed opvangen. De meeste geluiden die de muis maakt, liggen boven de gehoorgrens van de mens. Het inwendige oor van de muis is veel gecompliceerder dan dat van de mens. Van alle zintuigen van de muis is het reukvermogen het beste ontwikkeld. Met zijn neus zoekt de muis naar voedsel, herkent hij de leden van zijn groep, vind hij voortplantingspartners, en zoekt hij de weg. Om zich in zijn omgeving te oriënteren, markeert de muis zijn paden regelmatig met geurvlagen. Om dit uitstekende reukvermogen goed te laten werken, beschikt de muis in het inwendige van zijn neus over een goed ontwikkeld reukslijmvlies. Omdat muizen vooral ‘s nachts actief zijn, en ook overdag de voorkeur geven aan donkere plekjes, bezitten ze een zeer goed ontwikkeld tastvermogen. Rondom de snuit zitten grote stevige tastharen. De haren wijzen niet alleen naar opzij, maar ook naar beneden, en sommige naar boven. Tastharen bevinden zich
ook op de buitenkanten van de pootjes en het lichaam. Al bij een kleine aanraking geven deze tastharen de noodzakelijke informatie aan de hersenen door.
Sietse en Denise
De muis heeft net als de mens 5 zintuigen: de ogen, de oren, de huid, de tong en de neus. Muizen kunnen alleen van dichtbij tamelijk goed zien. Ze kunnen in ieder geval geel en groen onderscheiden, maar over andere kleuren is nog weinig bekend. Omdat de oogjes van muizen aan de zijkant
van hun kop staan, kunnen ze wel heel ver om zich heen zien. Ze nemen details slecht waar. Ze kunnen bewegingen die op hun afkomen beter waarnemen dan stilstaande voorwerpen. De muis beschikt over een zeer goed ontwikkeld gehoor. Vooral geluiden met een zeer hoge frequentie,
tot ongeveer 1000.000 Hz , kan hij goed opvangen. De meeste geluiden die de muis maakt, liggen boven de gehoorgrens van de mens. Het inwendige oor van de muis is veel gecompliceerder dan dat van de mens. Van alle zintuigen van de muis is het reukvermogen het beste ontwikkeld. Met zijn neus zoekt de muis naar voedsel, herkent hij de leden van zijn groep, vind hij voortplantingspartners, en zoekt hij de weg. Om zich in zijn omgeving te oriënteren, markeert de muis zijn paden regelmatig met geurvlagen. Om dit uitstekende reukvermogen goed te laten werken, beschikt de muis in het inwendige van zijn neus over een goed ontwikkeld reukslijmvlies. Omdat muizen vooral ‘s nachts actief zijn, en ook overdag de voorkeur geven aan donkere plekjes, bezitten ze een zeer goed ontwikkeld tastvermogen. Rondom de snuit zitten grote stevige tastharen. De haren wijzen niet alleen naar opzij, maar ook naar beneden, en sommige naar boven. Tastharen bevinden zich
ook op de buitenkanten van de pootjes en het lichaam. Al bij een kleine aanraking geven deze tastharen de noodzakelijke informatie aan de hersenen door.
Sietse en Denise